Normaal gezien stond vandaag de Silvretta op het programma, maar deze pas is afgesloten omdat enkele weken geleden door het slechte weer een deel van de weg is weggespoeld. Geen nood, dan rijden we naar de Stelvio, die eventueel op de rustdag kan gereden worden. Aangezien ze mooi weer geven in Italië, beslissen we om deze pas te rijden. De oorspronkelijke route van den Bosse is meer dan 7u rijden, dus de mannen korten de route wat in.

Zo gezegd zo gedaan, om 8u gaan we ontbijten, en het zonnetje is al volop van de partij. Tegen de negenen zijn we vertrekkensklaar, zonder Raoul die op zoek gaat naar een batterij voor zijn oud machien, en Patricia want zij wil wat rusten vandaag. We zijn met ons vijven op weg. We verlaten Berwang, en gaan richting Lermoos, en het is best wel druk op de weg. Ook hier en daar enkele werken. Ook op de Fernpas is het zeer druk. We zijn precies terug in België. Na 2u rijden hebben we nog geen 100 kilometer gereden, we zitten in Landeck en besluiten om een koffietje te gaan drinken op een leuk pleintje. Ondertussen nog steeds mooi weer. Na dit intermezzo kunnen we er weer tegen, en na en uurtje rijden zitten we bijna in Italië. Hier eten we een soepje, en dan zijn we weg. Het wolkendek is dichtgetrokken, maar het blijft droog. Er is gelukkig weinig volk; de haarspelden zijn haarscherp, het is werken voor de moto om ons veilig boven te brengen, maar het is gelukt, we zijn boven op de Stelvio ! We zitten op een hoogte van 2700 meter. Hier is het koud, amper 6 graden. We snuisteren hier even rond, en gaan dan via de Umbrientepas weer naar beneden, richting Zwitserland. Onderweg moeten we stoppen voor een ongeval met een motard waarvoor de helikopter klaarstaat om de zwaargewonde man weg te voeren. Een moment van stilte want we worden hier weer met onze neus op de feiten gedrukt. Motorrijden is en blijft gevaarlijk, je moet constant alert zijn, een klein foutje kan fataal zijn. Eens de helikopter weg is, geeft de politie de weg direct weer vrij, dus we hebben niet al te veel tijd verloren. Via mooie weggetjes rijden we weer Italië binnen, waar we halt houden aan het stadje waar de kerk onder water staat, Curon Venosta. Via de Fernpas gaat het weer richting hotel waar we redelijk laat toekomen, moe maar voldaan.

Na de warme douche die we verdiend hebben, gaan we naar beneden waar iedereen al aan tafel zit. Na nog geen half uur begint de baas van het hotel weer te zingen, niet leuk, want veel te veel lawaai. We kunnen niks meer zeggen. Dat beloofd voor morgen, want dan is het hier foute party.


